Pelgrim

Pelgrim, Pélerin of Peregrino

Voor ik op weg ging had ik me er een beeld van gevormd. Zeeën van tijd en héél veel rust. Mijn plannen waren bloggen, vloggen, foto’s maken en filmen vanuit de lucht met een minidrone. Daar is niet zoveel van gekomen als ik verwacht had. De weg, Chemin of Camino slokt je tijd en aandacht wel op. Ik kan niet zeggen dat ik me in de 1600 km die ik heb gelopen echt verveeld heb. Zelfs in een saaie hotelkamer aan de rand van een grote stad op een regenachtige dag had ik wel wat te doen zoals de was doen en het voorbereiden of repareren van het materiaal zodat ik de volgende dag weer onbezorgd op reis kon. 

Door mijn snelle terugkomst in verband met de lockdown in Frankrijk moeten een aantal dingen nog bezinken, maar de Camino leeft. Ondanks de corona maatregelen heb ik er toch veel van kunnen voelen, proeven, ruiken en ervaren. Het leeft niet alleen onder de pelgrims, maar ook onder de bevolking die langs de route leeft. De één meer dan de ander, in de grote steden leeft het vaak minder dan op het platteland. Het verschilt van regio tot regio, maar als pelgrim krijg je respect en wordt je zo ook gestimuleerd om dat waard te zijn. Hoe dichter je bij Spanje komt hoe sterker het wordt.

Verdeeld over de verschillende landen en regio’s zijn er een aantal Sint Jacobsgenootschappen die samenwerken. Voor je aan je weg begint is het goed je aan te sluiten bij zo’n genootschap. Zo kun je in het bezit komen van een credential, een soort paspoort waarmee deuren opengaan die anders gesloten blijven. In dit credential kun je stempels verzamelen bij kerken, overnachtingsplekken, vvv’s of gemeentehuizen. Zo kan je naderhand terugkijken waar je op welke dag was. Als je de laatste 100 kilometer twee stempels per dag haalt (wanneer je te voet bent) krijg je een Compostella. Fietsers moeten dit van de laatste 200 kilometer kunnen overleggen voor ze het certificaat kunnen bemachtigen. De genootschappen zorgen ook voor de bewijzering van de routes, het schoonhouden ervan en de contacten met de verschillende slaaplocaties. Je kan een geprinte routebeschrijving van de verschillende trajecten kopen of je kan de routes en de points of interest downloaden in bijvoorbeeld Maps.me. Ook zijn er allerlei boeken/apps zoals bijvoorbeeld Miam Miam Do Do waarin je routes en belangrijke plekken kunt vinden. 

De routes lopen erg uiteen, hoe verder van Spanje hoe meer het zich vertakt. Er lopen routes door heel Europa. Veel hiervan overlappen de landelijke routes zoals in Nederland LAW (Lange Afstand Wandeling) en Frankrijk en België GR (Grand route of Grande randonneé) Dan zijn er ook nog overal lokale routes die soms kruisen of overlappen. Het grootste deel van de ‘camino’ is aangegeven door het symbool van de gele sintjacobsschelp op de blauwe achtergrond. Soms is het in de vorm van een pijl, soms een sticker waarvan één kant als pijl fungeert, soms alleen de schelp en op sommige plekken moet je de geel met blauwe stickers volgen die net als de GR (rood /wit) met symbolen werken voor linksaf, rechtsaf en niet inlopen. Maar dan wordt het soms lastig. Je hebt lokaal ook wel eens een gele route, of een blauwe. En niet alle stickers of verf zijn altijd even duidelijk zichtbaar. Op die manier ben ik enkele malen op het verkeerde pad terecht gekomen. 

De route loopt langs groot aantal al dan niet religieuze bezienswaardigheden. Ik vond het wel grappig dat iemand op een gegeven met zei dat ik wel erg veel kerken fotografeerde. Dat is vrij logisch als je een pelgrimsroute loopt, het is en blijft per slot van rekening een christelijk verhaal. Niet dat dat mijn uitgangspunt was. Toch is er op dat gebied wat mij betreft wel wat veranderd. Alhoewel ik katholiek opgevoed ben heb ik me jarenlang afgezet tegen het kerkinstituut. Nu heb ik in leren zien dat het vooral het religieuze deel (wat  in mijn ogen vatbaar is voor machtsmisbruik) dat ik niet kan appreciëren. Als je rondwandelt in die prachtige grote Kathedralen kun je niet anders dan onder de indruk zijn. Je krijgt dan sterk het gevoel dat je onderdeel bent van iets groters dan jezelf en dit klinkt door in de hele route. Het dwingt enerzijds respect af en van de andere keer kant heb je ook het gevoel dat je erbij hoort.

Evenals bezienswaardigheden zijn ook de verschillende slaapplaatsen aangeduid in de gidsen en de navigatie. Je hebt een aantal verschillende categorieën. Het goedkoopste is meestal de plaatselijke refuge (halte of herberg). Dan zijn er vaak ook mensen die pelgrims in huis nemen en er zijn de meer professionele bed & breakfast en hotels. De laatste twee zijn vaak duurder maar geven soms pelgrimskorting als je het credential laat zien. De prijs van een niet commerciële plek gast van ‘gratis’ of donativo tot maximaal zo’n €25,- en soms zit daar het ontbijt bij inbegrepen. Donativo wordt door sommige mensen verward met gratis, maar het houdt in dat je mag geven wat je wil.  De hotels beginnen bij €35,-. Dat loopt dus al snel in de papieren, zeker als je verwacht zo’n 100 dagen onderweg te zijn. Een andere optie is kamperen, op de camping of in het veld. Nadeel is wel dat je een hoop extra gewicht bij je hebt. In verband met de vele gesloten slaap locaties door Covid was dit voor mij vaak de beste optie. 

De refuges zijn vaak panden die van de gemeente of de parochie zijn. Ik heb regelmatig in een deel van een klooster of een monumentaal pand gelogeerd. Je hebt daar meestal goed sanitair, een keuken en het is doorgaans ingericht met stapelbedden om zoveel mogelijk slaapplaatsen te creëren. Als je met meerdere pelgrims bent kun je samen koken of ieder zijn eigen dingetje doen. Ik vond het wel leuk dat ik op een zeker moment de kans kreeg om van wat verschillende pelgrims gekocht hadden een gezamenlijke maaltijd te maken. Wat er eventueel overblijft kun je laten staan voor de volgens pelgrims. Zo kan het zijn dat je ergens aankomt en er al een biertje koud staat en zaken zoals kruiden, boter, olie en koffie voldoende aanwezig zijn. Ook is er in sommige keukens een kastje met conserven en bijvoorbeeld pasta producten voor mensen die op zondag aankomen. Als je daar iets van neemt wordt er wel verwacht dat je iets in het potje doet zodat de voorraad weer aangevuld kan worden. 

Op veel plekken wordt gevraagd om zelf je beddengoed af te halen voor je vertrekt, soms krijg je lakens en soms alleen dekens. Het wordt daarom aangeraden om in ieder geval een lakenzak (dunne slaapzak) bij te hebben. In verband met Covid wordt er ook gebruik gemaakt van wegwerp lakens en kussenslopen. Na een aantal overnachtingen wordt het een gewoonte en zo zijn er meer dingen die gewoon worden. Op veel plaatsen mag je niet met je wandelschoenen binnen. Er staat dan een rek voor de schoenen en vaak een doos met oude kranten om in je schoenen te proppen als ze nat zijn. Op veel plekken wordt ook gevraagd om je rugzak in de hal te laten staan. Je kunt dan de dingen die je nodig hebt in een bakje doen en op de slaapkamer zetten. Op deze manier wordt je gaandeweg opgevoed naar de regels van de Camino. 

Als je bij mensen thuis slaapt of in een b&b gelden vaak dezelfde regels. Soms is er een keuken beschikbaar en soms kun je van tevoren aangeven dat je (mee)wil eten. Er zijn mensen die pelgrims opvangen om wat geld te verdienen, maar veel doen het vanuit een bepaalde overtuiging of eenzaamheid. De mensen die je ontvangen bij de refuges zijn ook vaak vrijwilligers. Een aantal mensen die ik ontmoet heb zijn zelf op pelgrimstocht geweest en onderhouden er zo een band mee. Daarom leeft de Camino ook echt, of eigenlijk moet ik zeggen de Chemin, omdat ik alleen nog maar in Frankrijk gelopen heb. 

Dat het leeft heb je in eerste instantie misschien niet zo door, maar nu ik terugkijk heb ik de eerste tekenen van leven al op de dag van mijn vertrek ervaren. Bij het halen van mijn eerste stempeltje in de grote kerk de week voor mijn vertrek was er al enthousiast gereageerd. Meteen waren er verhalen van mensen die ook gelopen hebben. Sommige doen het in etappes in hun vakantie en sommige in één keer zoals mijn plan was. Toen ik daadwerkelijk op pad ging werd ik door veel mensen vriendelijk begroet en soms aangesproken. In het Ginneken kwam er een oudere dame naar me toe en ze vertelde me enthousiast dat ze de tocht 20 jaar geleden samen met haar man had gelopen. Navenant ik verder van huis ging ben ik steeds vaker mensen tegengekomen die het zelf ervaren hebben. 

Een aantal gastvrouwen waar ik gelogeerd heb vertelde me dat het opvangen van pelgrims hun manier is om de tocht te beleven. Ze hebben me dan ook gevraagd om iets van me te laten horen als ik Santiago heb bereikt. Het gaat me dan ook aan mijn hart dat ik het nu nog niet af kon maken. Veel pelgrims en gastheren/vrouwen hebben een eigen verhaal. Vaak is het verlies van een partner, echtscheiding, burn-out problemen, baan kwijt of een opeenstapeling van vanalles de reden waarom mensen gaan lopen. Voor de mensen die ontvangen en onderhouden is het vaak hetzelfde. Uit eenzaamheid, hobby of zingeving sluiten ze zich aan en helpen zo de Pelgrims hun fysieke en mentale weg te gaan.

Langs grote delen van de route staan fruit-, kastanje- en notenbomen. Of die er bewust met die reden geplant zijn weet ik niet, maar je kan er wel van eten. Sommige mensen plukken fruit uit eigen tuin en zetten dit langs het pad voor de pelgrims. Vaak zijn er ook watervoorzieningen al dan niet speciaal voor pelgrims. En als je geen drinkwater meer hebt kun je altijd kijken op het kerkhof. Doorgaans is daar wel een kraantje met drinkwater. Zeker op het platteland kun je ook bij mensen aankloppen voor hulp. Ik heb onderweg mooie verhalen gehoord hierover. 

Geven en nemen is iets wat constant speelt op de pelgrimstocht. Het heeft mij aan het denken gezet over individualiteit en autonomie. Ik geef liever dan dat ik neem. Ergens besef ik nu dat dit ook een vorm van egoïsme is. Als ik iets geef dan heb ik een goed gevoel over mezelf. Als ik een ander die kans niet geef voel ik me sterk, maar ik ontneem de ander op die manier een mogelijkheid om zich goed te voelen over hetgeen hij of zij voor mij had willen doen. Anderzijds heb ik ook de frustratie gevoeld van het vragen om hulp en dit niet krijgen. Nu pas besef ik dat die frustratie wederzijds is. Als ik mensen belde voor een overnachting kreeg ik vaak een geïrriteerde reactie die ervoor zorgde dat mijn antipathie tegen bellen (zeker in een andere taal) groter werd. Die irritatie voelde op mij gericht, maar nu pas besef ik dat het voor veel mensen ook erg moeilijk moet zijn om nee te zeggen als je graag wil helpen. Maar veiligheid en gezondheid gaan voor en ik heb er begrip voor, maar dat weet de persoon de andere kant van de lijn niet. 

Er is ook veel vertrouwen heb ik gemerkt. Er wordt meestal weinig gepraat over koetjes en kalfjes, vaak zijn de gesprekken open en diepgaand. Het is soms aftasten naar de overeenkomsten en verschillen op gebieden als religie, spiritualiteit, kennis en normen en waarden. Het uitwisselen van levensverhalen, ervaringen, geloof en gevoelens staan hoog in het vaandel. Ook heb ik meer geleerd te vertrouwen op een goede afloop. Waar je het aan toeschrijft maakt in feite niets uit volgens mij, maar als je gelooft dat je er op kunt vertrouwen dat het goedkomt dan gebeurd dat ook, al is het niet altijd in de vorm zoals je dat zelf bedacht hebt. 

Dit alles geeft de pelgrimstocht een zekere energie die voelbaar is in alles. De Sint Jacobsschelpen die opgehangen zijn door bewoners, de pelgrimsbeelden, de straatnamen, wegwijzers met de afstanden naar Santiago de Compostela die in verschillende gemeenten hangen en zelfs speciale picknicktafels en overkappingen voor pelgrims benadrukken dat. Ik ben het gaan zien als een levensader die naar het hart van Santiago leidt. Je zou het aders van duurzaam geluk kunnen noemen. Aders die geluk aanvoeren en ongeluk afvoeren zoals de aders in ons lichaam dat doen met zuurstof en afvalstoffen. Vaak worden ook er wonden geheeld door de energie die stroomt door deze aders. 

Ik wil in de toekomst mezelf graag sterk maken voor een betere doorbloeding van deze aders in onze regio. Tot voor kort wist ik niet eens dat een dergelijke ader door onze mooie stad loopt. Sterker nog, bij toeval ontdekte ik dat het pad door het markdal loopt. Dus daar mag in de toekomst wat mij betreft misschien wel eens wat meer aandacht aan besteed worden. 

Helaas heb ik het pad niet tot het eind kunnen volbrengen. Het staat wel hoog op mijn verlanglijstje. Misschien is het een mooi doel om aan deze kant van de ader te werken tot ik op een gunstiger moment de weg kan hervatten waar ik gestopt ben. Van de 1600 kilometer die ik afgelegd heb waren het er ongeveer 1500 solo. Autonoom en zonder veel hulp van buitenaf. Mijn rugzak woog bij terugkomst 27 kilo, vol met spullen die ik nodig had om zelfstandig door te kunnen gaan. Veel mensen die de route eerder hadden gelopen vertelde me dat ze steeds minder nodig hadden. Ze lieten spullen achter of stuurden het via de post naar huis. Ik had juist steeds meer nodig om verder te kunnen komen. Als na deze Corona periode de aders weer gaan stromen zoals het hoort hoop ik ook met minder toe te kunnen. Ik vertrouw er op dat het goed komt.

Een gedachte over “Pelgrim

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s